Zwangerschapsverlof

Hoe lang duurt het zwangerschapsverlof?
Vóór maart 2000 was het zwangerschapsverlof verdeeld in 2 maanden voor de bevalling en 3 maanden na de bevalling. Sinds maart 2000 is het mogelijk om onthouding voor en na de bevalling uit te stellen, een maand voor de bevalling te stoppen met werken en 4 maanden na de bevalling opnieuw te beginnen. Zwangerschapsverlof is de periode waarin de werknemer verplicht is zich van het werk te onthouden.


Wanneer kan het zwangerschapsverlof worden verlengd?
Zwangerschapsverlof kan worden voorzien als de arts van mening is dat de arbeidsomstandigheden of de gezondheid van de vrouw de zwangerschap of borstvoeding in gevaar kunnen brengen. In het laatste geval is het ook mogelijk om de werkhervatting uit te stellen, tot 7 maanden na de bevalling.
In het bijzonder wordt vervroegd verlof opgelegd:
1. in het geval van ernstige zwangerschapscomplicaties of reeds bestaande ziektevormen waarvan wordt aangenomen dat ze verergeren door de staat van de zwangerschap;
2. wanneer de milieu- of arbeidsomstandigheden schadelijk worden geacht voor de gezondheid van de vrouw en het kind;
3. wanneer de werknemer die betrokken is bij zwaar, gevaarlijk of ongezond werk niet kan worden verplaatst naar andere taken. (art. 17 / T.U.)

Zie ook Naar vroeg moederschap gaan: hoe het werkt en voor wie het is?